U bent hier
In een brief aan de Tweede Kamercommissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (zie bijlage) schrijft de SP-werkgroep Land- en Tuinbouw Noord-Limburg - een werkgroep van mensen uit de agrarische sector en de milieubeweging, opgericht door de SP Horst aan de Maas - een bijdrage te willen leveren aan het debat over de stikstofproblematiek en de gevolgen daarvan voor de boerenbedrijven. De Werkgroep wil bijdragen aan een toekomst met bestaanszekerheid van boerengezinnen.
Gewezen wordt op de historische ontwikkelingen in de landbouw sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw. Geconstateerd wordt dat opeenvolgende regeringen weinig gedaan hebben met de constateringen van de Club van Rome (‘grenzen aan de groei’)., De schaduwzijden van het regeringsbeleid gericht op “koplopers” met schaalvergroting, mechanisatie, specialisatie en economische groei, werden snel duidelijk. Juist toen gemiddelde gemengde bedrijven nog aan kringlooplandbouw deden, ging de overheid zich met voorlichting, wetenschap en onderwijs richten op groei! Kritische geluiden van boeren en boerinnen en de natuur- en milieubeweging over de groei van de Intensieve veehouderij werden nauwelijks gehoord. De reguliere landbouworganisaties volgden – als belangrijkste gesprekspartners voor de overheid – voetstoots het overheidsbeleid. Het principe van grondgebonden bedrijven werd helaas los gelaten. Dat leidt volgens de werkgroep tot de trieste conclusie dat er nu – na veertig jaar – nog weinig tot niets is opgelost van wat toen al gesignaleerd werd.
In haar brief pleit de werkgroep voor een beleid dat de gevolgen van de problematiek (stikstof en fosfaat) onder ogen ziet en de oplossingen die de boeren moeten uitvoeren, ondersteunt, niet alleen met geld, maar ook mentaal. Door de hand in eigen boezem te steken en schuld te bekennen. Immers de boeren hebben vaak hoge investeringen gedaan om wet- en regelgeving te volgen. Uitgangspunten bij een nieuw beleid – gericht op structurele oplossingen – dienen volgens de werkgroep gericht te zijn op grondgebonden landbouwproductie, inkrimping van het aantal dieren en beperking van mest en tegelijkertijd gemiddelde gezinsbedrijven te ondersteunen bij nieuwe initiatieven. Daarbij past verminderen van invoer van veevoer wat helpt tegen de ontbossing elders en boeren dáár ook ruimte biedt voor het verbouwen van eigen voedsel. Van belang is ook dat dierenrechten dia via warme sanering opgekocht worden, ook echt uit de markt gehaald worden. In plaats van ze als een vorm van subsidie aan megastallen te schenken.
Door een warme sanering dreigt leegstand en verpaupering op het platteland. Dat kan tegen gegaan worden via vergroening en aanplant van bos, waarbij stoppende boeren een functie kunnen vervullen.
Tenslotte moet een halt toegeroepen worden aan de neoliberalisatie van de landbouwsector, waarbij schaalvergroting tot een overschot aan landbouwproducten en een enorme export met (te) lage prijzen voor de boeren heeft geleid. De werkgroep pleit voor voedselzekerheid en voedselsoevereiniteit voor alle landen en volkeren wereldwijd. Dat zal voor een deel ook de vluchtelingenstroom oplossen.
Vanuit de vaste Kamercommissie is op 20 november 2019 aan de werkgroep medegedeeld dat de brief betrokken wordt bij de behandeling van het stikstofprobleem in de commissie.