U bent hier
Het College van Gedeputeerde Staten van Limburg heeft de SP-fractie in Provinciale Staten laten weten dat de eigenaren van de mestverwerkingsfabriek RMS (nu in handen van investeringsmaatschappij Black Rock) nog steeds onvoldoende gegevens heeft opgestuurd om een natuurvergunning te kunnen verlenen voor de bouw van de fabriek nabij Grubbenvorst. Daarmee duurt de procedure voor het verkrijgen van een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet - de aanvraag verstuurde RMS op 28 juli 2016 - nu al ruim vijf (!) jaar.
Het antwoord van GS (zie bijlage) werd gegeven op vragen van de SP van 6 september 2021 over de stand van zaken van de megamestvergister RMS/WSB Greenport (lees hier het artikel over de vragen van de SP). In de brief van 6 september vroeg de SP ook of GS het eens is met de SP of een dergelijke megavergistingsproject niet meer past in de nieuwe inzichten dat megastallen en de bio-industrie onhoudbaar zijn geworden. Het provinciale College van Gedeputeerde Staten antwoordt daarop dat er nog steeds sprake is van een mestoverschot en dat de sector verantwoordelijk is voor passende oplossingen voor die mestproblematiek. Dat overschot - het verschil tussen de productie van mest en de ruimte om de mest op het land uit te rijden - is volgens GS 59% (!) van de totale productie aan mest. En daar is een mestfabriek als die van RMS - zo mag je concluderen uit de antwoorden van GS - een adequate oplossing voor. Daarbij voelt het college zich gesteund door het beleid van Minister Schouten (Christenunie). Tegelijkertijd realiseert het college zich dat mestverwerking technisch en economisch "een forse uitdaging vormt". De oplossing die de SP voorstaat - minder dieren - wordt door GS niet meteen aan de kant geschoven. Zij zegt met diverse belanghebbenden (zoals het Platform Vitale Veehouderij en de Plattelandscoalitie) samen te werken om een transitie van de landbouw te bewerkstelligen. "Haalbaarheid en uitvoerbaarheid van maatregelen zijn daarbij belangrijk voor onze strategie", schrijft het college van GS aan de SP.
Op de stelling van de SP dat het oprichten van een zogenaamde "depositiebank" (stikstofbank), waarbij de uitstoot van stikstof door - in dit geval - RMS verrekend wordt met uitstoot die elders niet (meer) gerealiseerd wordt (extern salderen), geen duurzame oplossing is van het enorme stikstofprobleem, antwoordt GS ontkennend. Volgens GS wordt met de depostiebank "een combinatie gevonden van economische ontwikkelingen en afname van stikstofemissies".
Paul Geurts - namens Behoud de Parel coördinator van de juridische actie tegen de komst van de mestfabriek naar Grubbenvorst - kwalificeert de methode van extern salderen als een "stikstofrekentruc" die de stikstofproblemen feitelijk in stand houdt in plaats van oplost. Geurts: "Het gaat hier om een aanvraag voor een vergunning uit 2016 die kennelijk anno 2021 nog altijd niet compleet is! Het is te gek voor woorden dat een bedrijf meer dan vijf jaar de tijd krijgt om - uiteindelijk met die stikstofrekentruc - de aanvraag alsnog rond te krijgen. Normaal duurt het zo'n zes maanden om te besluiten of een aanvraag verleend wordt. En - indien er nog aanvullende gegevens verstrekt moeten worden - kan daar ook nog een redelijke termijn voor aangehouden worden. Maar toch geen vijf jaar?! Je kunt een bedrijf als RMS toch niet eindeloos de tijd geven om haar zaakjes op orde te krijgen. Dat alleen al zou alle bellen moeten doen rinkelen bij de provincie. Ze moeten de vergunning gewoon weigeren!"