U bent hier
In februari 2021 stelde Kathleen Mertens, Statenlid voor Groen Links, vragen aan het College van Gedeputeerde Staten (GS) over de komst van de mestverwerkingsfabriek van RMS aan de Horsterweg nabij Grubbenvorst. Groen LInks wijst er op dat de door de provincie verleende omgevingsvergunning op veel bezwaren stuit van de omgeving en milieuorganisaties (o.a. Behoud de Parel).
De omwonenden en Behoud de Parel zijn in hoger beroep gegaan bij de Raad van State nadat de rechtbank in Limburg bij uitspraak van 24 juli 2020 (grotendeels) ongegrond zijn verklaard (lees hier het artikel over die uitspraak). Zij voelden zich gesterkt in hun bezwaren door de uitspraak van de Rechtbank Gelderland over de bezwaren tegen identieke plannen van RMS in Groenlo, die de aangevoerde bezwaren wél gegrond heeft verklaard en het omstreden besluit (vergunning) vernietigd.
Inmiddels is RMS Venlo B.V. overgenomen door een ander bedrijf: WindVision (lees hier het artikel over de verwisseling van eigenaren). WindVision heeft een behoorlijk complexe organisatiestructuur. De Holding die RMS heeft overgenomen heeft statutair adres in Maastricht. Op hetzelfde adres staan nog 4 andere Holdings ingeschreven, plus 16 andere B.V.’s zonder personeel. Een kantoor mét personeel heeft WindVision in Leuven, België. Terwijl het hoofdkantoor ergens in Cyprus is gevestigd. Cyprus lijkt een broeiplaats voor ondernemingen met grote investeringen in Europa, die uiteindelijk witwaspraktijken blijken te zijn. Kortom, ontzettend ondoorzichtig en ‘shady’, naar de smaak van GroenLinks in Provinciale Staten van Limburg. De partij heeft dan ook grote twijfels rondom de integriteit van dit bedrijf. Eerder publiceerde Behoud de Parel al berichten over de (verdachte) wijze waarop RMS bij boeren geld vraagt om te kunnen investeren in de mestverwerkingsfabriek (lees hier een artikel over de financiële handel en wandel van RMS).
In haar brief aan GS memoreert GroenLinks dat de zogenaamde Wet Bibob door de overheid in het leven is geroepen om te voorkomen dat overheden dwalen bij vergunningverlening en in alle naïviteit criminele en/of witwaspraktijken faciliteren. Volgens Kathleen Mertens van GroenLinks leent de gang van zaken bij RMS/WindVison zich voor een Bibob-procedure, omdat er sprake is van feiten en omstandigheden die redelijkerwijs doen vermoeden dat sprake zou kunnen zijn van het begaan van strafbare feiten door deze onderneming. Reden voor GroenLinks aan GS te vragen om zo'n Bibob-toets door te voeren bij WindVision.
In haar antwoord op de vragen van GroenLinks antwoord Gedeputeerde Staten van Limburg (zie de antwoorden en de brief van GroenLinks in de bijlage) dat de provincie bevoegd is om een Bibob-onderzoek tegen het betrokken bedrijf in te stellen, indien er uit eigen of uit extern ontvangen informatie aanwijzingen zijn dat er (mogelijk) sprake is van ernstig gevaar van misbruik, zoals bedoeld in de Wet Bibob. De uitkomst van het onderzoek kan aanleiding zijn tot het nemen van maatregelen, waaronder, als ultimum remedium, het intrekken van een verguning. De bevoegdheid van de provincie om een onderzoek in te kunnen stellen kan volgen na ontvangen informatie van de partners uit het RIEC-samenwerkingsverband, het Openbaar Ministerie, het Landelijk Bureau Bibob of na het bekend worden van een Bibob-onderzoek van een ander bestuursorgaan, waarbij uitdrukkelijk sprake is van aanwijzingen van (mogelijk) ernstige mate van gevaar van misbruik, als bedoeld in de wet Bibob. Volgens GS is de informatie zoals GroenLinks die opgenomen heeft in haar brief van februari 2021 niet toereikend om een Bibob-onderzoek te starten.
Tóch onderzoekt de provincie de situatie bij RMS/WindVision. Dat doet ze op basis van het feit dat WindVision Energy BV op 31 juli 2020 de aandelen in de mesterverwerkingsfabriek heeft overgenomen van RMS GmbH. Deze overname geeft, op grond van de Beleidslijn Bibob Provincie Limburg 2018 (artikel 2.2. lid 2 onder b), een juridische grondslag om Bibob-onderzoek te starten. Inmiddels is aan WindVision een Bibob-vragenlijst toegezonden met het verzoek deze in te vullen. Op grond van deze ingevulde vragenlijst zal door het Bibob-kernteam van de provincie beoordeeld worden of er sprake is van (ernstig) gevaar en er aldus kans is op misbruik. Het vervolg van het onderzoek kan wegens de geheimhoudingsplicht (artikel 28 Wet Bibob) niet worden gedeeld behoudens direct betrokkene. Het uitsturen van de Bibob-vragenlijst aan het bedrijf is een standaardprocedure en is geen aanwijzing voor een eventuele verdenking op het gebied van integriteit, aldus GS.