U bent hier
Op 20 mei 2022 reisden zeven leden van Behoud de Parel af naar het Provinciehuis in Maastricht om in te spreken bij de Commissie Ruimte, Landbouw en Natuur. Daar stond op de agenda hoe om te gaan met de mestoverschotten en de manier waarop die mestoverschotten verwerkt wordt. Het punt was geagendeerd naar aanleiding van vragen van de SP-fractie in Provinciale Staten van Limburg over de gang van zaken met betrekking tot de vergunningverlening aan RMS (lees hier het artikel over de antwoorden van GS op die vragen).
In de vergadering van de Commissie RLN betoogde Paul Geurts namens Behoud de Parel dat de Peelregio, het grensgebied van Brabant en Limburg, een gebied is met een extreem hoge veedichtheid. Nergens in Europa is een gebied te vinden met zoveel dieren en bovendien zoveel verschillende diersoorten op korte afstand van elkaar. Deze enorme veestapel leidt tot ernstige overbelasting van natuur, leefmilieu en volksgezondheid. De veesector in de Peelregio levert met afstand de grootste bijdrage aan het fosfaat- en stikstofoverschot in Nederland. Omgerekend zo’n 45% van het nationale stikstofoverschot en 69% van het fosfaatoverschot.
Mestfabrieken, zoals de geplande mestfabriek van RMS nabij Grubbenvorst, gaan volgens Behoud de Parel dit probleem niet oplossen. Sterker nog: mestfabrieken maken het probleem nog groter. En ze vormen een groot risico op ongevallen, zowel binnen als buiten de fabriek, want feitelijk betreft het een chemische installatie. Lees maar eens het rapport ‘Vergistingsrisico’s of vergissing in risico’s’ van Sjon Wesemann in opdracht van de Inspectie SZW. Desalniettemin heeft GS van Limburg besloten om RMS een omgevingsvergunning te verlenen en willen ze óók nog eens een natuurvergunning verlenen. De vereniging Behoud de Parel en de bewoners van Grubbenvorst roepen Provinciale Staten dan ook op een stokje te steken voor dit onzalige plan en met échte oplossingen voor het mestoverschot te komen.
Uit gegevens van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) blijkt dat belastingbetalers fors meebetalen aan mestfabrieken, c.q. mestvergisters in de vorm van zogenaamde SDE+ subsidies. Daarmee wordt belastinggeld overgeheveld naar – in het geval van RMS – internationale investeerders die op de subsidiepot in Nederland afkomen als bijen op honing! Terwijl mestvergisters omstreden installaties zijn die nauwelijks energie opleveren, laat staan duurzame energie, en voor veel stankoverlast zorgen. En tenslotte: de forse subsidies halen het principe ‘de vervuiler betaalt’ compleet onderuit.
Aanvankelijk heette de subsidieregeling SDE (zonder plus). Die was enkel bedoeld voor het stimuleren van écht duurzame energie uit windkracht en zonlicht. Later is daar een dikke plus aan toegevoegd en worden mest(co)vergisters rijkelijk gesubsidieerd. Alleen al voor de mestfabriek in Grubbenvorst wordt bijna 6,5 miljoen op tafel gelegd. Terwijl uit mest zelf nauwelijks energie is te halen zonder toevoeging van co-producten zoals maïs. Laat staan zonder subsidie. De omwonenden krijgen er wél ongevraagd een hoop stank voor terug, de natuur – denk in dit geval vooral aan Natura 2000-gebieden als de Maasduinen en de Peel – wordt verder aangetast en de gezondheid van mensen komt verder onder druk te staan.
In een programma van Zembla van donderdag 28 april en 5 mei jl. met de titel 'Strijd en Stank' werd nog eens de ernstige misstand aan de kaak gesteld rond de Wet Geurhinder en Veehouderij (Wgv). De beoordeling van stankhinder in geval van vergunningbeoordeling blijft steken in aannames, zonder dat ook maar op enig moment wordt onderzocht of de berekende stankemissies ten tijde van de vergunningaanvraag overeenkomen met de werkelijk optredende emissies nadat het bedrijf is gerealiseerd. Hoewel cumulatie van stankhinder een ernstig probleem kan zijn, blijft dit buiten beschouwing in de besluitvorming omtrent vergunningverlening. Op basis van misplaatst vertrouwen in milieutechniek zijn duizenden varkensbedrijven uitgebreid, waardoor veel burgers in ernstige problemen zijn gebracht.
In de commissievergadering vroeg Paul Geurts zich af of de provincie om die reden in de WABO-procedure voor RMS geen MER heeft laten uitvoeren. Daarmee steekt de provincie volgens hem de kop in het zand, als een volleerde struisvogel, om RMS maar van dienst te kunnen zijn. Om RMS nog verder ten dienste te zijn, accepteert GS het dat RMS maar liefst vijf jaar doet over het aanleveren van voldoende gegevens in het kader van de aanvraag voor een natuurvergunning. Een ongekend lange periode! En GS negeert volledig de cumulatie van effecten door de ontwikkelingen binnen het nabijgelegen Landbouwontwikkelingsgebied Witveldweg, waarbij onder andere het al evenzeer omstreden Nieuw Gemengd Bedrijf, het NGB, met 32.000 varkens, 1,2 miljoen kippen, met ook nog een mestvergister, die gevuld moet worden met mest van andere bedrijven. De regio Noord-Limburg – en meer nog Horst aan de Maas - wordt – met de mestvergisters van Willems in America en van Ashorst in Horst daar nog bij - het mestputje van heel Zuid-Oost Nederland! Met haar handelwijze bevestigt Gedeputeerde Staten van Limburg haar uitermate slechte reputatie als het gaat om beleid om de stikstofemissie te reduceren.
Na de uitspraak van de Raad van State, die de truc met de PAS om de stikstofemissie weg te goochelen, onderuit haalde, is weer een nieuwe truc bedacht. Om RMS en andere vuilpakken te helpen is in Noord-Limburg – notabene bij een particuliere op winst gerichte stikstofbank – het fenomeen van extern salderen ingezet. Een ware stikstofrekenanarchie, zoals Valentijn Wösten, de jurist die aan de voet stond van de omgehakte PAS-boom, het verwoordde.
Hoe wordt stikstofemissie via het zogenaamde ‘stikstof salderen’ berekend? Als die emissies – zoals bij RMS – geheel of gedeeltelijk gecompenseerd moeten worden met emissiereductie elders, hoe worden die emissies dan berekend? Gaan dit serieuze rekensommen zijn of wordt het gewoon een witwasoperatie? Of in dit geval: greenwashing! Kan het de mensen die deze rekensommen maken werkelijk iets schelen of die rekensommen realistisch zijn of enkel een papieren werkelijkheid, zoals de PAS ook was? En wie gaat controleren of die rekensommen deugen? Paul Geurts vroeg de commissieleden of zij of Provinciale Staten daarvoor de kennis of de middelen om dat adequaat te doen in huis hebben. Buiten het probleem van de rekensommen biedt de provinciale “Richtlijn Interne en Externe saldering” ook nog eens de mogelijkheid om naast de feitelijk gerealiseerde emissies en deposities vergunde maar niet daadwerkelijk gerealiseerde emissies als legitieme en te salderen emissies mogen worden beschouwd. Onderzoek in opdracht van EenVandaag heeft aangetoond dat dit vele tientallen procenten betreffen, bovenop de feitelijk optredende emissies. Daarmee gaan de deposities in werkelijkheid fors toenemen, terwijl juist een robuuste afname volgens Behoud de Parel noodzakelijk is.
Behoud de Parel - bij monde van Paul Geurts - constateert dat met het legaliseren van een stikstofbank om extern te kunnen salderen en het toestaan van ineffectieve mestfabrieken de schijn opgewekt wordt dat er wat gedaan wordt aan het mestoverschot. Terwijl feitelijk juist de schadelijke mineralen bij vergisting overblijven en alsnog in het milieu verdwijnen, hier in Nederland, illegaal of legaal, of in bijvoorbeeld Duitsland, illegaal of legaal. In het antwoord op vragen van de SP-fractie in Provinciale Staten stond te lezen dat GS de échte oplossing voor het mestoverschot – het verminderen van dieren – niet afwijst. Maar in de praktijk zien we daar weinig van terug. Sterker nog: het college gaat onverdroten verder op de heilloze weg van vergunningverlening aan mestfabrieken als RMS. Geurts stelde aan het einde van zijn betoog dan ook de indringende vraag: "Helpt u er aan mee dat door schijnoplossingen te accepteren échte oplossingen geen kans krijgen? Laat u dat gebeuren?"
De aanwezige commissieleden gingen niet rechtstreeks in op het betoog van Behoud de Parel, maar stelden wel kritische vragen aan de aanwezige Gedeputeerde, mevrouw Roefs. Maar die gaf geen antwoorden, omdat er in september een nota komt over de mestproblemen. Zij meldde verder dat er wel vijf gedeputeerden over dit onderwerp gaan en ook daarom was het beantwoorden van de vragen moeilijk, zo stelde ze. Wordt dus vervolgd in september....