U bent hier
Vereniging Behoud de Parel heeft op 8 december 2020 een brief geschreven aan de gemeente Horst aan de Maas (lees hier het artikel over die brief) waarin de vereniging vraagt om haast te maken met de uitvoering van wettelijke taken ter bescherming van natuur, klimaat en de leefomgeving in het algemeen. De vereniging doelt dan met name op de taak om bedrijven te controleren op het gebruik van de zogenaamde Best Beschikbare Technieken (BBT) die voorgeschreven zijn op basis van de zogenaamde IPPC-voorwaarden. Pas op 16 maart 2021 kreeg Behoud de Parel antwoord op haar brief.
De IPPC-richtlijn staat voor Integrated Pollution Prevention and Control (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging). Voor bedrijven die vallen onder de IPPC-normen zijn BBT ’s vastgesteld die ervoor moeten zorgen dat in ieder geval betaalbare/beschikbare (Engels: Best Practical Means) maatregelen moeten worden genomen en geïnstalleerd om natuur, klimaat en (leef) milieu te beschermen. Daar waar deze nog niet zijn geïnstalleerd, heeft de overheid de plicht dit bij actualisatie van de vergunningen te verzekeren. Voor de BBT’s bij IV bedrijven betekent dit dat deze per februari 2021 in de vergunningen voorgeschreven moeten zijn en meer nog, per die datum dienen te zijn geïnstalleerd. In haar antwoord aan Behoud de Parel schrijft het college van B&W (bestaande uit CDA, Essentie, D66/Groen Links en PvdA) dat ze "alsnog aan de wettelijke taken op het gebied van de actualistaieplicht willen voldoen". Het college geeft verder aan dat ze maatregelen gaan nemen om de vergunningen van IPPC-bedrijven actueel te krijgen. Voor alle duidelijkheid: die hadden al genomen moeten zijn volgens de reglegeving! En dat is nog niet alles. Het college geeft aan dat ze zo'n vier tot vijf jaar (!) nodig hebben om die maatregelen uit te voeren.
De maatregelen die het college denkt te gaan uitvoeren in die vier tot vijf jaar houdt in dat ze in gesprek gaat met de betreffende IPPC-bedrijven, de feitelijke situatie in beeld brengen, die bedrijven - als dat nodig is - nieuwe aanvragen in laten dienen en de vergunningen actualiseren op basis van die aanvraag, zodat ze voldoen aan de BBT-norm en ze "borgen in de vergunningen dat de noodzakelijke maatregelen ook uitgevoerd worden door de bedrijven". Deze aanpak is ontzettend traag en weinig ambitieus, terwijl er sprake is van een actuele wettelijke tekortkoming! Waarbij dient te worden opgemerkt dat het de bedrijven zijn, die verantwoordelijk zijn voor het inzetten van de BBT en dat het de taak van de gemeente is om te crontroleren of die bedrijven dat ook doen. En als ze dat niet doen moet de gemeente daar adequate handhaving op toepassen! Het gaat dus om twee zaken: bedrijven dienen zich gewoon aan de wet te houden en de gemeente moet daar op toezien. Dat laatste heeft de gemeente niet gedaan en uit de brief komt naar voren dat ze daar ook niet echt vaart achter wil gaan zetten!
Het college van B&W schrijft in haar brief dat ze afstand neemt van de stelling van Behoud de Parel dat de gemeente zich onttrekt aan haar wettelijke taken en daarmee schade toebrengt aan natuur, klimaat en de gezondheid van burgers. Maar door de maatregelen opnieuw uit te spreiden over vier tot vijf jaar - terwijl ze die al op 21 februari 2021 afgehandeld hadden moeten hebben (!) - bevestigen ze feitelijk de stelling van Behoud de Parel. Het geeft volgens Behoud de Parel geen pas in deze situatie te stellen - zoals B&W doet in haar brief aan de vereniging - "dat ze alles doet wat binnen de mogelijkheden ligt om de wettelijke taak naar behoren alsnog uit te voeren".
Behoud de Parel gaat zich beraden op vervolgstappen om de gemeente te bewegen sneller de wettelijke taken die haar toegedeeld zijn, uit te voeren.