U bent hier
Verniging Behoud de Parel voert samen met omwonenden (juridische ) actie tegen de komst van de mestverwerkingsfabriek van RMS. De mestverwerking wordt als alternatief gezien voor enerrgieopwekking door aardgas. Daar is Behoud de Parel het niet mee eens. Windmoles vormen een beter alternatief. André Vollenberg (voorzitter van Behoud de Parel) schreef - overigens op persoonlijke titel - een opinieartikel over windmolens. Dat geven wij hier graag weer.
Nu het besluit is gevallen om de gaskraan in Groningen dicht te draaien zullen we op zoek moeten naar oplossingen. Ook het gebruik van aardolie moet verminderen. Energietransitie is daarin het toverwoord. We zullen over moeten naar elektrisch vervoer zoals fiets, trein en auto. Bijkomend effect kan zijn dat de luchtkwaliteit , door mindere uitstoot van fijnstof, sterk verbeterd.
Al met al ligt er een grote opgave die gaat resulteren in een groter elektriciteitsverbruik. Veel huishoudens dekken hun huidige behoefte aan elektriciteit door zonnepanelen op hun dak te leggen. Wil je echter ook elektrisch gaan verwarmen of met een warmtepomp en daarnaast een elektrische auto gaan rijden dan kom je véél energie te kort. Bedenk daarbij dat het bedrijfsleven in totaal 6 tot 7 keer zoveel energie verbruikt dan alle huishoudens bij elkaar dan zijn we voorlopig niet klaar met deze energietransitie.
Het zou voor de hand liggen dat landelijke bestuurders het voortouw nemen in de omschakeling naar duurzame energie. Dat gebeurt ook wel maar veelal wordt dat overgelaten aan private initiatieven die winstkansen zien opdoemen. Zo zijn biovergisters en biomassa verbrandingsinstallaties gestimuleerd. Als we echter een energiebalans voor dergelijke fabrieken maken zien we dat er na de aftrek van het energieverbruik voor de bouw, het transport van mest en co-producten, het digistaat en hout slechts een minimale netto opbrengst is. Dit los van de omgevingsproblematiek met stank en fijnstof en maatschappelijke kosten voor ruimte, weggebruik, onderhoud en ontbossing. Dan hebben we het in dit kader niet eens over de klimaatgevolgen van dit nutteloos verbruiken en rondpompen van energie en gemeenschapsgeld ten behoeve van het Bruto Nationaal Product.
Daarentegen zijn er vormen van duurzame energie opwekking door water, wind en zon. Deze behoeven na de bouw of aanleg géén verder input van grondstoffen en geven géén extra uitstoot en fijnstof naar ons milieu. De netto energieopbrengst is daardoor véél hoger.
Veel daken in ons land zijn geschikt voor zonnepanelen zoals daken van kantoren, scholen, hallen op industrieterreinen en agrarische schuren en stallen. Met zo’n 8 % bijdrage aan de behoefte aan energie zijn we er dan echter nog bij lange na niet.
Windenergie zal een grotere bijdrage moeten gaan leveren, ook in onze regio. Door de betere technieken en hogere molens kan dat ook. In Noord Limburg zullen de nieuwe molens, die rond 200 meter hoog zijn, tot 11.000.000 KWh per jaar gaan leveren. Daarmee kan één molen op dit moment 3.500 huishoudens van elektriciteit voorzien. Windmolens hebben echter een probleem. Van dichtbij hoor je ze en op afstand zie je ze. Bij de midden Limburgse coöperatie Zuidenwind is daar een mooie oplossing voor gevonden. Iedereen heeft elektriciteit nodig en als we nu door gezamenlijke afweging van belangen en interesse proberen om een goede locatie te vinden voor molens kunnen we daar ook de vruchten van plukken. Omwonenden tot 1 kilometer afstand en omliggende dorpen profiteren van de opbrengst door een compensatieregeling en de aanleg van glasvezel en bijvoorbeeld zonnepanelen op het dorpshuis. Tevens kunnen mensen in de regio lid worden van de coöperatie en zeggenschap over het beleid uitoefenen. Burgers kunnen ook financieel deelnemen in de coöperatie door spaargeld in te brengen. Zij zien daar een rente van tussen 4 en 6 % voor terug. Verdere financiering van de molen(s) geschiedt door hypotheekverstrekking van banken.
Door de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van alle bewoners is het draagvlak maximaal en wordt een grote regionale bijdrage geleverd om van het gas en de aardolie af te komen.
Het blijft daarom ook zéér belangrijk om naast de beschreven energietransitie sterk in te zetten op het vermijden van het verbruik en het besparen van energie. “De beste besparing is namelijk iets niet te gebruiken”.
Is het niet voor onze kinderen en kleinkinderen, dan toch voor hun toekomst!
André Vollenberg