U bent hier
Op 22 februari 2022 staat een raadsinformatiebrief geagendeerd voor de vergadering van de gemeenteraad van Horst aan de Maas. In de brief laat het college van B&W weten dat het meetstation Hoogheide - waar de aanwezigheid van fijnstof in de lucht nabij Landbouwontwikkelingsgebied Witweldweg gemeten wordt - gesloten wordt. Daarmee sterft het meetstation een stille dood. Een goed moment om terug te kijken op het functioneren van het meetstation door de jaren heen.
Op 13 augustus 2008 verzocht Behoud de Parel het gemeentebestuur te komen met een actieplan tegen fijnstof en een meetpunt voor fijnstof in Grubbenvorst. Behoud de Parel deed dat verzoek vanwege de geplande komst van verschillende bedrijven en de aanwezigheid van de A73 met een hoge uitstoot van fijnstof. Met name het Nieuw Gemengd Bedrijf (NGB) met 32.000 varkens, 1,2 miljoen kippen en een mestverwerkingsinstallatie. Maar ook de komst van een zandverwerkingsinstallatie nabij Raaieind speelde een rol. Voornaamste doel van de metingen was - wat Behoud de Parel betreft - het maken van een "nulmeting" zodat als de plannen rondom Grubbenvorst gerealiseerd waren, gekeken kon worden naar de stijging van de uitstoot van fijnstof.
In de gemeenteraad sloten SP en PvdA zich aan bij het verzoek van de vereniging en ook een aantal huisartsen uit de regio en de Dorpsraad van Grubbenvorst drongen aan op meetapparatuur die de uitstoot van fijnstof kon meten. De gemeente vroeg als gevolg van die druk vanuit de samenleving aan de provincie Limburg meetapparatuur te plaatsen in Grubbenvorst. In een artikel in De Limburger van 27 februari 2009 werd de reden voor het verzoek als volgt geformuleerd: "De gemeente wil een permanente meting van de luchtkwaliteit om de bewoners van Grubbenvorst gerust te stellen. Die vrezen namelijk dat alle ontwikkelingen rond hun dorp (intensieve veehouderij en kippenslachterij Nieuw Gemengd Bedrijf, kassengebied Californië, Floriade, uitbreiding veiling, zandverwerkingsinstallatie aan de Maas) zullen leiden tot een sterke toename van fijnstof en schadelijk zullen zijn voor de gezondheid".
In 2011 leidde dat uiteindelijk tot plaatsing van een tijdelijk meetstation aan de Hoogheide, tussen Melderslo en Lottum. Eerder had Behoud de Parel gevraagd of het mee zou kunnen praten over de plek waar het meetstation terecht zou komen. Dat werd afgewezen (zie daarover het volgende artikel). Toen B&W de definitieve plek - Hoogveld - bekend maakte, uitte Behoud de Parel meteen zijn bedenkingen. De vereniging achtte een plek ten zuidwesten van Grubbenvorst beter. Voorzitter André Vollenberg daarover: "Logischerwijze zou je plaatsing in of nabij dat gebied verwachten, immers bij zuidwestenwind komt de in te ademen lucht in Grubbenvorst uit die richting! De meest nabije ontwikkeling die het leefmilieu slechter maakt is het kippenbedrijf van het NGB. En deze ligt op ongeveer 1,8 km (in zuidelijke richting) van het in te richten meetpunt! Als je dan ook nog bedenkt dat wij 60 tot 70% zuidwestelijke wind hebben, en dat in die richting de Reulsberg ligt, staat voor mij de uitkomst al vast. Uit de resultaten van de metingen zal over 5 jaar blijken dat het fijnstofgehalte niet of nauwelijks is toegenomen". In Provinciale Staten en in de gemeenteraad van Horst aan de Maas leidde de gekozen locatie tot vragen van de SP-fractie. Die vroegen om opheldering aan respectievelijk het provinciebestuur en het gemeentebestuur over het nieuwe meetpunt voor fijnstof dat 3 kilometer buiten het dorp geplaatst werd. “Hierdoor wordt het haast onmogelijk om de gevolgen voor Grubbenvorst goed in beeld te brengen”, aldus SP-statenlid Thijs Coppus en SP-raadslid Michael Van Rengs. De Dorpsraad van Grubbenvorst pleitte voor een plek aan de spoorlijn, omdat die dichter bij de optimale plek voor de metingen van fijnstof zou liggen. De kritiek leidde niet tot plaatsing op een andere plek.
Vanaf de plaatsing van het meetstation bleken er problemen te zijn met de metingen. Regelmatig trok Behoud de Parel aan de bel. Teus Hagen verzamelde metingen over een periode van ruim twee en een half jaar door over die periode alle gegevens van het meetstation te downloaden en te vergelijken met overheidsrapporten. Hij kwam tot de conclusie dat in het begin van de metingen (2012) veel fouten gemaakt werden. En ook door de tijd heen waren vele missers te constateren. In de rapportages en de door Hagen verzamelde gegevens kwamen andere waarden naar voren dan door de overheid bekend gemaakt. Ook de verwijzingen naar overheidsrapporten kloppen niet. Het viel Hagen op dat er verschillen bestonden tussen vroegere publicaties van het meetstation nabij LOG Witveldweg en actuele publicaties van dit station. De bevindingen van Teus Hagen zijn hier te lezen. In juli 2016 werd opnieuw geconstateerd dat het mis was met het meetstation dat voor fijnstof geplaatst was. Verantwoordelijk wethouder Birgit Op de Laak informeerde de gemeenteraad dat er grote vraagtekens waren bij de juistheid van de metingen door het meetstation Hoogveld. Zij verstrekte die informatie naar aanleiding van vragen van de SP-fractie die diverse malen tijdens de raadsvergadering aan het College van B&W gevraagd had of het meetpunt eindelijk juiste meetwaardes afgeeft. De SP stelde dat bij bedrijven waar fijnstofapparatuur niet betrouwbaar blijkt te werken, dat binnen 1 week opgelost zou zijn, terwijl nu al meer dan 9 maanden gewacht wordt op een oplossing! De SP-fractie was duidelijk teleurgesteld en zelfs geïrriteerd over het feit dat de problemen niet opgelost werden.
Teus Hagen, die de gegevens van het meetstation Hoogheide voortdurend heeft gescand, stelde onlangs vast dat er geen gegevens meer geregistreerd werden. Reden om contact op te nemen met de provincie, waar hij tot zijn verrassing te horen kreeg dat het meetstation niet meer functioneerde. Hij keek daar van op, want net voor diens constatering dat het meetstation "uit" stond had hij nog contact met de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente om de mogelijkheden te bespreken om in samenwerking een meetnetwerk op te bouwen, waarbij gebruik gemaakt zou worden van de door Teus Hagen ontwikkelde fijnstofsensors (lees hier meer over die samenwerking).
In de periode van 2011 tot heden is er af en toe een rapportje met meetgegevens gestuurd naar de gemeente. De laatste jaren is daar echter geen sprake meer van. Intussen is van een echte analyse van de gegevens voor zover bekend nooit sprake geweest. Ze zijn in ieder geval nooit gepubliceerd. Inmiddels zijn de varkens- en kippenstallen van het Nieuw Gemengd Bedrijf gerealiseerd en zou je kunnen verwachten dat gekeken is of er verschillen zijn in uitstoot van fijnstof vóór en na de start van het NGB. Dát was immers het doel van de plaatsing van het meetstation. Van zulk een vergelijking is echter niets bekend! Teus Hagen heeft - door vergelijken met andere meetstations door de jaren heen - kunnen vaststellen dat er sprake is van een lichte daling van PM10-deeltjes en helaas een lichte stijging van PM 2,5-deeltjes (de voor de gezondheid van mensen meest risicovolle deeltjes). Daarbij is het goed te memoreren dat de afstand van het meetstation tot de fijnstofbronnen (NGB, zandverwerkinstinstallatie, A73, enz.) relatief groot is.
Gezien de voorgaande constateringen is het op zijn minst verbazend dat het College van B&W in haar Raadsinformatiebrief (zie bijlage), waarin het einde van het meetstation bekend gemaakt is (en die dus 22 februari behandeld wordt in de gemeenteraad van Horst aan de Maas) tot de conclusie komt dat "het meetpunt heeft voldaan aan de informatiebehoefte die we hebben" en dat ter plekke van het meetpunt wordt voldaan aan de wettelijke normen voor fijnstof".
Bij een en ander zijn nogal wat kanttekeningen te plaatsen. Hoe kan het meetpunt "voldoen aan de informatiebehoefte" als eerder vastgesteld is dat het meetstation vaak niet goed functioneerde en dat er geen analyses zijn gemaakt van de beschikbare gegevens. Ook niet in vergelijking tussen de situatie vóór en ná de realisatie van de fijnstofbronnen die een bedreiging voor de volksgezondheid zouden kunnen betekenen. Het is een gotspe dat vermeld wordt dat de meetgegevens "ter plekke" voldoen aan de wettelijke normen. Dat zegt dus niets over de situatie binnen het LOG Witveldweg - waar het NGB zich bevindt - dat ver af ligt van de meetlocatie. Zeker gezien in het licht van de kritiek van verschillende kanten dat de locatie absoluut verkeerd gekozen is.Overigens betekent de constatering dat "voldaan wordt aan wettelijke normen" op zich ook helemaal niets, als men zich realiseert dat die normen niets te maken hebben met het behoeden van de volksgezondheid. De grenswaarden die de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) hanteert zijn aanmerkelijk lager! En als je al uitgaat van die "wettelijke normen" is het ook goed te realiseren dat de Europese Unie Nederland extra ruimte van 20% heeft geboden. Een truc (men telt het van zee binnenwaaiend zout mee, de grens wordt dan automatisch hoger) om daarmee woningbouw mogelijk te houden. Het is een zelfde soort truc als gebruikt wordt bij de uitstoot van stikstof (o.a. als gevolg van de mestoverschotten), óók om woningbouw mogelijk te houden, maar inmiddels is doorgeprikt. Dat schiet dus - vanuit volksgezondheidsoorgpunt gezien - niet zo erg op...
In de raadsinformatiebrief stelt het college van B&W dat op basis van de meetresultaten over de periode 2011-2020 dat geconcludeerd mag worden dat ook in de toekomst voldaan zal worden aan de wettelijke normen. In ieder geval - zo schrijft het college - zal het niet tot andere inzichten leiden. Op basis van welke cijfers ze dat concluderen, wordt niet vermeld. De gemeente komt feitelijk op basis van speculatie tot die "eindconclusie". Ontwikkelingen inzake de zandverwerkings-installatie in het Raaieind, de verlaagde maximumsnelheid op de A73 en het stoppen van veehouderijen zouden daar debet aan zijn. Een wel heel vreemde redenering (want meer is het niet) met in het achterhoofd dat er juist een enorme toename van aantallen dieren (varkens en kippen) door de komst van het NGB is gerealiseerd.
Overigens bestaat er nog een mogelijkheid dat meetstation Hoogheide een tweede leven krijgt. Wellicht kan het - na vervanging van de meetapparatuur (!) - functioneren als een regionaal (referentie)meetpunt ter ondersteuning van een regionaal meetnetwerk (waarover de gemeente in gesprek is met onder andere de vereniging Behoud de Parel, zoals erder vermeld).
Bij de Raadsinformatiebrief is ook de indertijd door de provincie Limburg (in de persoon van Horstenaar Ger Driessen - CDA) en de gemeente Horst aan de Maas (in de persoon vcan Leon Litjens - CDA) afgesloten samenwerkingsovereenkomst opgenomen. Die geeft een aardig inkijkje in de denkwijze van de bestuurders van CDA-huize. Allereerst wordt geconstateerd dat "op basis van diverse onderzoeksrapporten" zou blijken dat er als gevolg van de ontwikkelingen geen overschrijding van normwaarden plaats gaat vinden. "Desondanks", zo wordt vastgesteld "zijn bewoners in de direkte nabijheid ongerust over de consequenties van de ontwikkelingen en op grond daarvan is de gemeente toegezegd een meer fijnmaziige meting van fijnstof (red.: meetstation Hoogheide) te implementeren". In gewone mensentaal: "We weten dat er eigenlijk geen echte reden is om te meten, maar vanwege de onrust doen we dat toch maar". Is die hieruit naar voren komende houding debet aan het feit dat vervolgens aan de metingen en het disfunctioneren van het meetstation zo weinig aandacht is besteed en dat het in de raadsinformatie-brief niet eens vermeld wordt?
Alles overziende biedt de gang van zaken niet heel veel vertrouwen in de manier waarop de overheid waakt en gewaakt heeft over de gezondheid van haar burgers.