U bent hier
Joep Dohmen en Esther Rosenberg, bekend van eerdere artikelen in NRC over mestfraude, scrhijven in de NRC van 12 november 2018 over de stellingname van het Openbaar Ministerie in het - volgens de schrijvers - al decennia durende en politiek gevoelige debat over de omvang van de veestapel: "De veestapel in Nederland zal moeten krimpen. Het is de enige manier om de grootschalige fraude met dierlijke mest in te dammen". Het OM neemt volgens Dohmen en Rosenberg daarmee afstand van de manier waarop minister Carola Schouten (Landbouw, ChristenUnie) de mestfraude wil aanpakken. De minister stuurde hierover eind september een plan naar de Europese Commissie. Het OM zou te weinig bij het opstellen van het plan betrokken zijn en de nadruk zou te veel liggen op repressie in plaats van preventie.
Geen ander Europees land heeft per hectare zo veel koeien, kippen en varkens als Nederland. Het land is te klein om alle mest milieuverantwoord te verwerken. Vorig jaar bleek uit onderzoek van NRC hoe boeren, transporteurs en mestverwerkers in Brabant en Limburg systematisch en op grote schaal frauderen met mest.
Lees hier het hele onderzoek: Het Mestcomplot
Minister Schouten en de sector beloofden de fraude aan te pakken. Veel van die beloften – een landelijke taskforce, eenvoudiger regels, geen subsidies voor fraudeurs, certificering van bedrijven – zijn tot nu toe nauwelijks waargemaakt.
‘Druppels op gloeiende plaat’
Landelijk coördinerend milieuofficier Rob de Rijck van het OM zegt dat de nadruk in het plan van Schouten te veel op repressie ligt: „Zelfs als je onze capaciteit en die van de NVWA verdubbelt, heb je niet meer dan twee druppels op een gloeiende plaat.” De NVWA is toezichthouder in de mestsector.
Volgens het OM is er maar één oplossing: minder mest en dus minder vee. De Rijck: „Er is meer mestproductie dan het land aankan. Ik ben niet politiek verantwoordelijk en ik ben niet deskundig op het gebied van voedselvoorziening, maar gedacht vanuit het strafrecht is de enige manier om mestfraude werkelijk tegen te gaan een verminderde productie van mest. De veestapel zal kleiner moeten worden.”
Het OM behandelt momenteel al rond de 150 tot 200 mestzaken. Ze variëren van het simpelweg houden van meer dieren dan is toegestaan, tot verhulling, fraude en zware criminaliteit. De Rijck: „Zelfs als we in elke zaak binnen een half jaar een uitspraak hebben, lossen we het probleem niet op.”
Ongelegen moment
De kritiek komt op een ongelegen moment. Nederland heeft een uitzonderingspositie (‘derogatie’) in de Europese Unie en mag meer mest uitrijden dan andere landen. Zonder derogatie moet de veestapel fors inkrimpen omdat Nederland dan minder mest mag produceren.
Brussel moet beslissen of Nederland na 2019 de uitzonderingspositie behoudt. Voorwaarde is dat de mestfraude goed wordt aanpakt. Dat uitgerekend het OM, de organisatie die moet handhaven, nu openlijk kritiek heeft, kan dat besluit beïnvloeden.
Lees ook: Koeienfraude bezorgt Nederland imagoschade in Brussel
Kritiek verbaast minister
Minister Schouten zegt dat ze de kritiek kent. „De officier heeft mij hier op het ministerie weleens hetzelfde gezegd.” Dat het OM zó kritisch is over het handhavingsplan verbaast haar. Volgens Schouten is over haar plan „overleg geweest op ambtelijk niveau”.
De discussie over de inkrimping van de veestapel loopt al tientallen jaren. Schouten: „Dit is een heel politieke discussie. Ik kijk welke stappen ik kan zetten. Als ik nu begin met ‘we gaan de veestapel verkleinen’, dan schieten dit soort discussies weg. Ik krijg dan niet de partijen mee die ik mee moet krijgen. Niet zozeer alleen politiek, maar ook in de sector.”
Het volledige verhaal van Dohmen en Rosenberg kunt u hier lezen.
LTO Nederland is het oneens met het Openbaar Ministerie (OM). ‘Wij kijken liever naar opties om mestproducten beter in te zetten’, aldus Claude van Dongen, portefeuillehouder bodem- en waterkwaliteit bij LTO Nederland". De sector heeft zich volgens hem wel degelijk ingezet om de mestfraude aan te pakken. ‘We hebben een actieplan opgesteld. Als onderdeel daarvan heeft de gezamenlijke mestsector de gedragscode KeurMest® gelanceerd. Een belangrijk onderdeel hierin is dat betrokkenen elkaar aanspreken op gedrag en handelen.’
Op dit plan is uitgebreid kritiek gekomen. Bedrijven die zelf een bewijs van goed gedrag ondertekenen? Dat waren er tot nu toe 76 van de 40.000. Nog een LTO-oplossing: voorstellen dat nog meer mest uitgereden moet mogen worden (verruiming derogatie van 230 -> 300 kg stikstof/ha). Dan is er vanzelf minder illegale mestplaatsing!
Lees ook het artikel in Nieuwe Oogst.