U bent hier
Nú de spade de grond in. Met daadkracht wil de provincie Limburg de crisis bestrijden. Maar het bedrijfsleven is vooral bezig met overleven. De provincie wil vaart maken met de ontwikkeling van Greenport Venlo. Dat agropark van ruim 5000 hectare moet ten noordwesten van Venlo verschijnen en zal bedrijven uit de agrarische hoek, handel en verwerking, maar ook toeleveranciers, kennis- en onderzoeksinstellingen bijeenbrengen. Volgens gedeputeerde Ger Driessen levert Greenport Venlo 25.000 arbeidsplaatsen op. Daarbij hanteert hij het jaar 2040 als horizon.
Planologisch lijkt Greenport Venlo een gelopen race. De benodigde studies zijn achter de rug, hier en daar moet nog een bestemmingsplan worden gewijzigd, maar de contouren worden duidelijker. Eind maart moeten de Provinciale Staten hun eindoordeel geven.
Driessen denkt dat de investeringen van gemeenten en provincie –130 miljoen euro in de ontwikkeling en het bouwrijp maken van het gebied– uiteindelijk een waarde zal opleveren van 2 miljard euro. Mits het bedrijfsleven over de brug komt; dat moet Greenport Venlo tot een succes maken. Maar dat bedrijfsleven leeft op dit moment met een heel andere horizon. „Die hele crisis is een heel lastige factor”, zegt Thijs Metsemakers van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond, LLTB. „Banken zijn niet erg scheutig, ondernemers durven minder, en het is het toch de vraag hoe je zo’n investering in de toekomst financiert.” Glastuinbouw moet het kloppend hart van Greenport Venlo worden. Laat nu juist deze sector de laatste jaren zwaar onder druk staan. De financiële basis is zwak, zo citeerde vakblad Agrarisch Dagblad vorige week een bankdirecteur.
Ook de transportsector, een andere pijler van het plan, heeft het structureel moeilijk. Grote vervoerders uit de regio lopen, zo leert een telefonische rondgang, niet bepaald warm om op korte termijn te investeren in het park. Toch schermt de woordvoerder van Greenport met twee bedrijven die dolgraag willen gaan heien. „Ze hebben zich aangemeld.” Dat is voorstelbaar, het zijn bedrijven uit de bio-industrie. Greenport is deels een Landbouw Ontwikkelingsgebied: een gebied waar het kabinet agrarische bedrijven de ruimte wil geven. Grootschalige veehouderij die elders in de knel komt, kan zich daar prima ontwikkelen. Maar tegelijk knabbelt deze ontwikkeling aan het duurzame imago dat Greenport moet krijgen, een belangrijk argument waarmee de provincie en gemeenten het plan publiekelijk verkopen. Zo moeten de gebouwen op het park CO2-neutraal worden door zonnepanelen op de daken te plaatsen. Ook moeten er zestien windmolens op het terrein komen, om de bedrijven van energie te voorzien.
De woordvoerder van Greenport laat zich niet uit het veld slaan. „De eerste paal gaat sowieso niet voor 2010 de grond in.” Tegen die tijd is de crisis mogelijk al geluwd.
(Bron: Trouw 23-2-2009)