U bent hier
Binnenkort nemen de gemeenteraden van Venlo, Horst aan de Maas, Maasbree en Sevenum en de Provinciale Staten van Limburg een besluit over het zogeheten Masterplan voor Klavertje 4. In dat plan staat beschreven hoe het gebied van 5.400 hectare wordt ingericht. Volgens de initiatiefnemers leveren de plannen 25.000 banen op. Zeker in deze economisch slechte tijd is dat niet niks. Toch is het de vraag of Klavertje 4 regio Venlo uiteindelijk niet meer zal gaan kosten dan het op zal leveren. Thijs Coppus, voorzitter van de SP-fractie in Provinciale Staten laat er zijn licht over schijnen.
De plannen voor Klavertje 4 zullen grote gevolgen hebben voor de economie van de regio. Daarnaast zal de groene buffer tussen het stedelijk gebied van Venlo en de omliggende plattelandskernen worden volgebouwd. Hierdoor verdwijnt een groen en open agrarisch cultuurlandschap dat van groot belang is voor boeren en inwoners van de regio Venlo. Met de keuze voor Klavertje 4 kiest de regio Venlo voor verdere industrialisering van de landbouw. Melkveehouders en akkerbouwers die afhankelijk zijn van hun akkers en weilanden (grondgebonden bedrijven), worden weggekocht en moeten plaatsmaken voor kassen van soms wel 60 hectare, intensieve veehouderij en logistieke bedrijven.
De agrarische bedrijven in Klavertje 4 hebben geen rol meer in het onderhoud en de instandhouding van het agrarisch cultuurlandschap, de grondstoffen komen niet meer uit de regio, maar worden vanuit alle hoeken van de wereld aangevoerd en de regio is niet meer afhankelijk van haar boeren omdat de producten uit Klavertje 4 rechtstreeks de wereldmarkt op gaan.
Hierdoor zal uiteindelijk de wederzijdse afhankelijkheid tussen de boerenbedrijven en de inwoners van de regio verdwijnen.
Nu het masterplan voor Klavertje 4 op tafel ligt, is het tijd om definitieve keuzes te maken. Als het aan de SP ligt, dan wordt het plan radicaal gewijzigd.
Niet de megakassen en de industriële landbouw, maar de bedrijfsgrootte van de bestaande ondernemers en het open karakter van het gebied moeten uitgangspunt zijn voor nieuwe duurzame plannen.Want de inwoners van Noord-Limburg hebben weinig aan laagbetaalde banen voor mensen die hun land en hun gezinnen moeten verlaten om hier te komen werken. De kracht en het karakter van Noord-Limburg moet leidend zijn voor de plannen voor Klavertje 4. De grondgebonden landbouw moet daarom de ruimte krijgen. Op deze manier krijgen de huidige boeren en tuinders uit het gebied een eerlijke kans om hun bedrijf verder te ontwikkelen, is er ruimte voor nieuwe ondernemers en wordt de agrarische buffer tussen stad en platteland in stand gehouden en wellicht zelfs versterkt.
Consequentie hiervan is dat de plannen minder banen op zullen leveren, de regio Venlo zich in de ogen van bepaalde bestuurders minder ‘op de kaart kan zetten’ en de regio geen koploper wordt in het leveren van bulkproducten.
Maar dat de regio Venlo zich vooral zal onderscheiden op het gebied van kwaliteit.Want het is van groot belang om nu te kijken naar de manier waarop de regio Venlo daadwerkelijk het verschil kan maken en zich kan onderscheiden van alle andere grootschalige agrarische ontwikkelingen. Ik ben er van overtuigd dat Noord-Limburg de huidige economische crisis kan gebruiken als kans om te werken aan een duurzame invulling van de economie en het landschap. Zo lang het boerenverstand maar wordt gebruikt.
Dit artikel is dinsdag 24 maart 2009 gepubliceerd in Dagblad de Limburger en het Limburgs Dagblad.