U bent hier
Het Limburgs Parlement vindt dat bij de ontwikkeling van het gebied Klavertje-4 in de regio Venlo eerst de voorgenomen natuurontwikkeling moet worden geregeld voordat bedrijven zich er mogen vestigen. Die ontwikkeling kan stapsgewijs, per deelgebeid, aldus het Limburgs Parlement. Het Limburgs Parlement - feitelijk Provinciale Staten van Limburg - hebben in meerderheid overigens wél voorstellen van de oppositie om de plannen "groener" te maken, verworpen.
Driessen: geen moeite met "natuur eerst"
CDA-gedeputeerde Ger Driessen had geen moeite met de eis. Volgens hem is het grootste deel van de natuur al voor 2014 aangelegd. In 2020 moet zij helemaal zijn gerealiseerd. Het gebied Klavertje 4 is 5400 hectare groot en ligt tussen de gemeenten Maasbree, Sevenum, Horst aan de Maas en Venlo. De ontwikkeling ervan moet 25.000 nieuwe banen opleveren in de glastuinbouw, de agribusiness en de logistiek. Het Limburgs Parlement ging daar vrijdag officieel mee akkoord.
Moties oppositie verworpen
De moties en een wijzigingsvoorstel, ingediend door de SP en gesteund door de SPD, D'66, de PvdD en GroenLinks hebben in de discussie over de plannen van Gedeputeerde Staten van Limburg geen meerderheid gekregen. In een zogenaamd amendement (wijzigingsvoorstel) wezen de oppositiepartijen op het feit dat er in het plangebied al verschillende grondgebonden agrarische bedrijven gevestigd zijn, dat er sprake is van economische potentie van grondgebonden landbouw, die ook een belangrijke rol spelen bij het beheer van het landschap, dat een groene buffer vormt tussen het stedelijk gebied van Venlo en de omliggende plattelandsgemeenten. Die bedrijven zouden behouden dienen te blijven. Ook werd gepleit voor het behoud van natuurgebiedje de Brommèr, dat binnen het glastuinbouwgebied Californië ligt. SP en de ondersteunende partijen stellen voor een verbinding tussen de Brommèr en de Reulsberg aan te leggen die deel uitmaakt van de EHS en de Brommèr te behouden als onderdeel van de EHS en de POG. Tenslotte pleitten de partijen voor het tegenhouden van de komst van nog meer nieuwe grote veebedrijven in Noord-Limburg. Onder andere vanwege de mogelijke risico's voor de volksgezondheid van grote concentraties vee, de reconstructieplannen waarin wordt gesproken over een 'afglijdende schaal' en de beperkte ruimte voor veehouders met een grondgebonden bedrijf in het plangebied Klavertje 4. Daarom stellen de partijen voor in de "POL aanvulling Klavertje 4" de volgende passage op te nemen: “In Klavertje 4 worden grenzen gesteld aan de grootte van nieuwe veehouderijen. De grootte van nieuwe bedrijven is maximaal 180 NGE. Bestaande bedrijven mogen doorgroeien naar maximaal 180 NGE.”
De moties en het amendement zijn door een meerderheid van CDA, PvdA, VVD en PNL afgewezen.