U bent hier
Geen versnippering meer, maar concentratie van partijen, geld, menskracht en kennis om grootschalige projecten in vijf Limburgse kernregio’s snel en in samenhang uit te voeren. Dat is de ambitie van het provinciale programma Investeren in Ruimte. Een programma anders dan anders. Onconventioneel. Verrassend en prikkelend. De Provincie niet meer louter als geldschieter, maar als voortrekker, partner en mede-investeerder. De vijf kernregio’s zijn Klavertje 4 (Hart van Greenport Venlo), Maasplassen Midden-Limburg (inclusief de N280), A2-zone Maasbracht-Geleen (inclusief Chemelot), Maastricht-Valkenburg en Parkstad Limburg.
Het programma Investeren in ruimte is een uitnodiging van de Provincie aan het adres van financiers, projectontwikkelaars, gemeenten en Rijk samen een reeks ambitieuze plannen om te zetten in tastbare en zichtbare resultaten. Resultaten die voor de regio’s zo’n stap voorwaarts betekenen, dat het later nog steeds als een mijlpaal wordt beschouwd. 2007 is het jaar van de ommekeer waarin de Provincie het voortouw nam voor een brede alliantie, die door co-financiering en kennisbundeling van Limburg een Europese topregio maakte.
Investeren in ruimte betekent vooral investeren in gebiedsontwikkeling; een slimme, gezamenlijke aanpak om ruimtelijke mega-projecten in een regio in samenhang met elkaar te ontwikkelen. Natuur, woningbouw, landbouw, verkeer, bedrijvigheid en recreatie zijn daarbij geen losse elementen meer, maar componenten van één gebiedsvisie die de vijf gebieden zowel maatschappelijk als commercieel versterken.
Gebiedsontwikkeling in Limburg is geen starre bedoening, maar pure dynamiek. Met een internationale focus. Met heldere beslismomenten waarop partijen doorgaan, of stoppen. Met duidelijke inventarisaties van kansen en risico’s. Met uitgewerkte programma’s en financiële contracten. Met uitvoeringsovereenkomsten en uiteindelijk onomkeerbare besluiten.
In de nieuwe Limburg-agenda staat de beoogde uitvoering van de gebiedsontwikkeling centraal.
Klavertje 4, Hart van Greenport Venlo
Greenport is dé regio van agribusiness en logistiek in Noord-Limburg, het Duitse en Brabantse grensgebied dat binnen enkele jaren met gezonde voeding en innovatieve landbouw tot de Europese top behoort.
Klavertje 4 vormt het hart van Greenport in de regio Venlo. In dat hart verrijst een nieuwe campus, met hoogwaardige opleidingen, bedrijven en instellingen in de agrofood-keten. Als gezamenlijk resultaat van de programma’s Investeren en Innoveren in Limburg.
Voor een optimale ontsluiting van Klavertje 4 wordt de Greenport Lane aangelegd. Een nieuwe verbindingsweg tussen A73 en A67 in combinatie met natuur, innovatief vervoer, nieuwe energie, duurzame productie en bouw volgens het principe Cradle tot Cradle (produceren, consumeren en gebruiken zonder aantasting van het milieu). Waarmee ook een bijdrage wordt geleverd aan het programma Bereikbaar en duurzaam Limburg. Een van de grootste uitdagingen: Klavertje 4 als toonbeeld van gebiedsontwikkeling te laten zien aan de honderdduizenden bezoekers van de Floriade. De internationale samenwerking is vooral gericht op de Duitse partners.
De verdieping
Om Limburg in kwaliteit te versterken, is het onvermijdelijk dat er scherpe keuzes gemaakt worden. Met de focus op grote, spraakmakende projecten. De tijd van de duizend-en-een plannetjes, die uiteindelijk geen zoden aan de dijk zetten, is voorbij.
Grootschalige projecten zorgen voor een vliegwieleffect; een scala van maatregelen die een hele regio in beweging zet. Landschap en natuur gaan daarbij hand in hand met woningbouw en wegenaanleg. Resultaat? Ruimtelijke topkwaliteit. En daarvoor moeten de handen nú uit de mouwen. Om op voorsprong te komen en te blijven.
De Provincie is niet van plan om met die gebiedsontwikkeling de kar alleen te trekken, maar wil wel heel nadrukkelijk als aanjager, als spil, als aangever, als lobbyist en als kenniscentrum optreden. De nieuwe rol van de Provincie ligt niet bij voorbaat vast, maar kan van project tot project wisselen en is afhankelijk van de afspraken met overige partijen.
Het nieuwe credo luidt: samen investeren in plaats van subsidiëren. Blijft die (financiële) samenwerking uit, dan is gebiedsontwikkeling onmogelijk.
Een van de belangrijkste uitgangspunten van de Provincie is dat investeringen in de vijf regio’s waar mogelijk weer geld opleveren voor nieuwe investeringen (revolving fondsen).
Het kabinet Balkenende IV beschouwt gebiedsontwikkeling ook als een van de grootste uitdagingen voor ruimtelijke kwaliteitsimpulsen. Daarvoor is een bedrag van een miljard euro ter beschikking. Klavertje 4 is eerder al voorbeeldproject geweest voor de gebiedsontwikkeling van het Rijk. Voor de revitalisering van bedrijventerreinen komen eveneens Rijksgelden vrij.
Het meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT), als vervolg op het huidige MIT-pakket en de uitvoering van de Nota Ruimte, biedt grote kansen voor een verbreding van de A67. Met uitdagende en ambitieuze Limburgse gebiedsprogramma’s kan het kabinet er niet omheen een substantieel deel van die Rijksgelden mee te investeren in deze Provincie.
Snelheid en concrete resultaten. Voor de Provincie zijn dat belangrijke elementen van de gebiedsontwikkeling. Interventieteams ten behoeve van alle programma’s voorkomen stagnaties, ruimen barricades op, maken heldere analyses en dragen slimme oplossingen aan. Op termijn maken daar ook experts van externe partijen deel van uit.
Een team van onafhankelijke topdeskundigen, een tenderboard gebiedsontwikkeling, toetst met regelmaat, gevraagd en ongevraagd, of de regio’s op de juiste weg zijn met de gebiedsontwikkeling en komt met suggesties, maar ook met kritische oordelen.
Niet de regels, maar de mogelijkheden om zaken uit te voeren, staan in de gebiedsontwikkeling centraal. Daarmee is de Provincie in de Statenperiode 2003-2007 al flink aan de slag geweest. Versterking, verbreding en verdieping zijn nu meer nodig dan ooit. Het project Klavertje 4 heeft in die periode de eerste contouren gekregen. En er zijn stevige instrumenten ontwikkeld voor de gebiedsgerichte aanpak, zoals de ontwikkeling van een grondbedrijf en de Verhandelbare Ontwikkelingsrechten (bouwen in ruil voor de aanleg van natuur bijvoorbeeld onder het motto ‘voor wat, hoort wat’). Vernieuwing, klantgerichtheid, deregulering, flexibiliteit en resultaatgerichtheid zijn de trefwoorden die passen bij de nieuwe koers.
De gebiedsontwikkeling in de vijf regio’s straalt straks uit naar heel Limburg. De keuze voor de vijf kernregio’s betekent dan ook niet dat de rest van Limburg buitenspel komt te staan. Naast de extra inzet in de 5 gebieden is, de komende 4 jaar, aan reguliere middelen immers ook nog een bedrag van een miljard euro te besteden. Uitvoering van het provinciaal Meerjarenprogramma Plattelandsontwikkeling is een voorbeeld hiervan.
(Bronn: Provincie Limburg)