U bent hier
VENLO - VVD’er Mark Verheijen, sinds twee jaar wethouder van Economische Zaken en Financiën in Venlo, had nooit veel op met duurzaamheid. Tot Al Gore zijn milieufilm An Inconvenient Truth– uitbracht en de directeur en de marketingmanager van de Kamer van Koophandel Limburg-Noord bij hem langskwamen. Ze hadden de VPRO-documentaire Afval is Voedsel gezien en waren zeer onder de indruk van het Cradle to Cradle-concept dat daarin werd behandeld.
Cradle to Cradle, ontwikkeld door de Amerikaanse chemicus Michael Braungart en landgenoot William McDonough, een architect, komt erop neer dat alle producten zo worden ontworpen dat ze in de afvalfase óf voedsel vormen voor de biosfeer óf een grondstof kunnen zijn voor nieuwe producten.
Volgens het C2C-concept (letterlijk: wieg tot wieg) kunnen economische groei en duurzaamheid heel goed samengaan. Economische groei is goed voor mens, milieu én ondernemer. Dat idee sprak de Kamer van Koophandel wel aan. En ook VVD-wethouder Verheijen raakte begeesterd: ‘Het is eigenlijk een heel logisch economisch verhaal.’
Hij maakte een afspraak met McDonough en bezocht een congres in Londen. Hij merkte dat grote bedrijven als Ford, Nike en Volkswagen het concept al toepassen.
‘Je merkt dat het bedrijfsleven in zijn denken veel verder is dan de overheid. Bij de overheid overheerst nog het ouderwetse duurzaamheidsdenken. Het is vooral een berg regels van wat je niet mag. Betutteling en inperking voeren de boventoon. Maar Cradle to Cradle zegt: groei is niet slecht, groei is goed, alleen moeten we anders met productie omgaan.’
En zo komt het dat Venlo zich op de kaart wil zetten als eerste C2C-regio in de wereld. Katalysator wordt de Floriade, de wereldtuinbouwtentoonstelling in 2012. Die moet helemaal C2C worden. Na de tentoonstelling wordt het gebied een ultraduurzaam bedrijventerrein: Greenpark Venlo.
De Amerikaan McDonough heeft al ‘een C2C-visie voor de Floriade en Venlo’ opgesteld. Op het Floriade-terrein ten noorden van de snelweg A67 komen onder meer kassen en gebouwen met innovatieve systemen van dakbevloeiing, koeling en gebruik van zonne-energie en biobrandstoffen. Blikvanger wordt de futuristisch ogende ‘Innovatoren’, die plaats gaat bieden aan een research-centrum en aan startende ondernemers.
Maar de duurzaamheidsambities van Venlo reiken verder dan de Floriade. De stuurgroep, waarin gemeente, provincie en bedrijfsleven samenwerken, heeft drie sporen voor duurzame ontwikkeling uitgezet. Daarin worden doelstellingen geformuleerd voor het bedrijfsleven, de bebouwde omgeving en voor de kennisinfrastructuur.
‘We willen voor 2012 vijftig bedrijven in de regio hebben die C2C-innovaties hebben ingevoerd’, zegt Verheijen. ‘Dat wil zeggen dat ze het begrip afval hebben geëlimineerd en geen grondstoffen verloren laten gaan.’ Voorlopers zijn het glas- en zonnecelbedrijf Scheuten, kopieermachineproducent Océ, meubelfabrikant Leolux en papierfabriek Van Houtem in Swalmen.
In spoor 2 wordt de bebouwde omgeving aangepakt. Want gebouwen zijn volgens Verheijen de grootste veroorzakers van CO2-uitstoot, vanwege onder meer hun verwarming en het gebruik van moeilijk afbreekbare producten als cement en beton.
Alle gebouwen op het Floriade-terrein moeten helemaal C2C zijn, zowel wat betreft materiaalgebruik als energievoorziening. Ook een ander bedrijvenpark, Trade Port Noord, moet duurzaam worden.
Voor het nabijgelegen glastuinbouwgebied California luidt de slogan: ‘Van energieslorper tot energieproducent’. Want kassen vangen warmte op die verplaatst kan worden. Schoolvoorbeeld is de nieuwe kas van tuinder Joep Raemakers, zeven voetbalvelden groot, die energie oplevert door de grootschalige toepassing van een warmtepomp. De tomatenkweker slaat ’s zomers warmte uit de kas op in het grondwater. Dat water wordt ’s winters gebruikt om de kas te verwarmen. De warmte die overblijft, wordt verkocht aan het belendende zorgcentrum van de Zorggroep Noord-Limburg.
Het derde spoor is het ‘meest uitdagende’, vindt Verheijen: de bundeling van kennis en onderwijs op het gebied van duurzaamheid. Venlo wil een groene campus stichten (Greenpark), gericht op duurzame kennisontwikkeling in vooral de agrarische en de voedingsmiddelensector. Hogeschool Fontys zit al in Venlo, evenals dependances van de universiteiten van Maastricht en Wageningen.
‘Het mooiste zou zijn als we in Venlo een leerstoel Cradle to Cradle kunnen vestigen’, aldus Verheijen. Maar zover is het nog lang niet. De wethouder is voorlopig vooral bezig het C2C-verhaal uit te leggen. ‘Het is veel breder dan Al Gore en zijn klimaatverandering. Duurzaamheid is zo’n containerbegrip. Cradle to Cradle is een andere manier van omgaan met afval en grondstoffen.’
Toch ervaart hij in zijn omgeving groot enthousiasme, zowel bij bedrijven als overheisinstellingen. ‘Venlo wil C2C als standaard neerzetten’, zegt hij. ‘Het is hier Limburg, eerst het vaandel op straat, dan komt de harmonie erachteraan. Wij willen het vaandel Cradle to Cradle neerzetten.’
Cradle to Cradle (wieg tot wieg) is bedacht door de Amerikaanse architect William McDonough en de Duitse biochemicus Michael Braungart. Het is een nieuwe visie op het duurzaam ontwerpen en ontwikkelen van producten. Afval=voedsel is een kernelement. Elk product moet als afval een volledig herbruikbare grondstof of biobrandstof opleveren. Zo kan afval voedsel worden in een oneindige kringloop. C2C-producten moeten, wanneer ze zijn afgedankt, volledig uit elkaar te halen zijn, zodat de elementen kunnen worden teruggegeven aan biologische of technische kringlopen. Het moet dus mogelijk zijn om het afval óf op te eten óf te recyclen óf te verbranden om bio-energie op te wekken.
(bron: De Volkskrant, Peter de Graaf, 31-12-'07)