U bent hier
De gemeente Horst aan de Maas moet beter onderzoek doen naar de eventueel gevolgen van laagfrequent geluid van de Centrale Zandverwerkingsinstallatie (CVI) die in ’t Raaieind in Grubbenvorst gepland is. Die uitspraak (zie bijlage) deed de Raad van State op woensdag 15 juli. De gemeente Horst aan de Maas krijgt van de Raad van State twintig weken de tijd om aanvullend onderzoek te doen om hun beslissing beter te onderbouwen, of het besluit alsnog aan te passen.
De gemeente stond in de rechtszaal tegenover belangenvereniging Behoud de Parel uit Grubbenvorst en Océ Technologies uit Venlo. Zij gingen in bezwaar tegen de vergunning die de gemeente Horst aan de Maas in februari 2014 verleende voor de zandverwerkingsinstallatie. De bedoeling was dat deze zandverwerkingsinstallatie het afgegraven materiaal zou gaan verwerken dat vrij zou komen bij het verbreden van de Maas. In haar bezwaar heeft Behoud de Parel aangegeven dat de Maaswerken voor het grootste deel al zijn afgerond en dat de CVI daarom ook niet meerr noodzakelijk is en geen nut meer heeft. Ondanks het feit dat het Stab (het onderzoekbureau van de Raad van State dit toe gaf in haar rapport, heeft de Raad van State dit punt in het betoog van Behoud de Parel afgewezen.
De vrees van Behoud de Parel dat de natuur wordt aangetast en dat verkeer en de installatie geluidshinder veroorzaken is door de Raad van State niet gehonoreerd. Alle overige bezwaren tegen de omgevingsvergunning (stortplaats, best beschikbare technieken, controlevoorschriften, uitgangspunt akoestisch onderzoek etc.) worden ook ongegrond verklaard.
Medebezwaarmaker, Océ van der Grinten, vreesde vooral trillingshinder, omdat het bedrijf werkt met zeer trillingsgevoelige apparatuur. Maar ook dat punt is niet gegrond verklaard door de Raad van State. Samenvattend kan gesteld worden dat die Raad van State de bezwaarmakers op de op de meeste punten ongelijk heeft gegeven, maar de Raad van State is het wel met de bezwaarmakers eens op het punt van laagfrequent geluid.
Volgens de Raad van State heeft de gemeente Horst aan de Maas onvoldoende onderzocht of de zandverwerkingsinstallatie (CVI) aan de Maas bij Grubbenvorst leidt tot laagfrequent geluid. Ook heeft de gemeente te weinig moeite gedaan om te onderzoeken of dat laagfrequente geluid hinderlijk kan zijn voor de omwonenden. Tenslotte zijn ook de effecten van de voorgestelde maatregelen om problemen met het geluid te voorkomen, onvoldoende onderzocht. Dat gebrek geldt voor het bestemmingsplan, maar ook voor de omgevingsvergunning! De Raad van State noemt het plan daarom onzorgvuldig voorbereid. Net als bij het Nieuw Gemengd bedrijf blijkt ook nu weer dat de volksgezondheidsbelangen van de inwoners van Horst aan de Maas voor het college van B&W van Horst aan de Maas (CDA, Essentie en PvdA) onvoldoende in de belangstelling staan!
De uitspraak van de Raad van State volgt op bezwaren, die Behoud de Parel en Océ van der Grinten hebben ingebracht tegen de plannen voor de zandverwerkingsinstallatie in Raaieind in Grubbenvorst. Hier staat meer te lezen over de behandeling van de bezwaren in de Raad van State. De gemeenteraad en B&W krijgen nu huiswerk mee voor de komende twintig weken om nader onderzoek te doen. Onderzocht dient dus te worden of de verwerkingsinstallatie daadwerkelijk tot laagfrequent geluid zal leiden en zo ja of dat hinderlijk zal zijn voor omwonenden en zo ja welke maatregelen zullen worden getroffen. Als een dergelijk besluit wordt genomen, krijgt Behoud de Parel weer de gelegenheid om daar op te reageren. Behoud de Parel heeft dus - om het platsisch uit te drukken - een aantal veldslagen verloren, maar daarmee is nog niet gezegd dat we de strijd hebben verloren. Als het nieuwe besluit c.q. de nieuwe motivering van de gemeente ondeugdelijk is, dan is er zeker nog kans dat het hele plan niet doorgaat.